zaterdag 12 augustus 2017

Boterhammen zonder beleg

Kriebels in mijn buik. Morgen komen ze thuis. De meiden. Toen ik pas met mijn lief was, vond ik het prima als de meiden drie weken vakantie vierden bij hun moeder. Dan kwam ik even bij van mijn nieuwe rol als stiefmoeder. Tijd om te bezinnen en te bedenken hoe ik het zou doen als ze weer thuis zouden zijn. Inmiddels mis ik ze als er niet zijn. Week één is nog te doen. Week twee ook nog wel. Maar de laatste week vind ik het wel weer welletjes. Natuurlijk hebben ze het fijn. En wij ook met ons drietjes. Maar we zijn gewoonweg niet compleet. Als boterhammen zonder beleg.

Wel heb ik besloten dat het fijner is om ze als laatste 'te hebben'. Uitzwaaien na drie weken samen op vakantie is lastiger dan nog drie weken samen voor de boeg. Zo heeft elke wolk een silver lining. En ik denk aan al die samengestelde gezinnen en de regenboog aan gevoelens die vakantie met zich meebrengt. Hopelijk maakt iedereen er het beste van.

Mijn lief is als altijd wijs als ik mijn gemis met hem deel. "Waarom, de meiden hebben het toch heerlijk." Hij heeft gelijk! Maar ik weet dat ook zijn hart een sprongetje maakt als morgen twee bruinverbrande meisjes met blonde haren over het tuinpad zo ons hart weer binnenlopen.


Zo kun je het ook bekijken...

zaterdag 3 juni 2017

Praktisch

Oudste verschijnt op mijn telefoonscherm. Ik zit in een vergadering maar neem op.

"Hee lief."
"Dag Pien."

Gelukkig, er is niks aan de hand, hoor ik aan haar stem. "Mag ik een eitje bakken? Ik moet straks naar hockey-training en ik heb zo'n trek." Terwijl ik glimlach om mijn veertienjarige, antwoord ik dat ze dat toch niet hoeft te vragen. "Oh, oké" is haar praktische antwoord en ik oké haar terug met een schat erbij en we hangen op. Sinds ze op de middelbare zit, krijg ik regelmatig dit soort telefoontjes. Of ze belt vanuit mama als ze wil vragen of ze naar een feestje kan op een dag dat ze bij ons is of dat er een mail is van de muziekschool die we moeten lezen.

Als ik het lief vertel, reageert hij meestal met een "oh, dus ze belde jou". Dan vertel ik hem maar weer eens hoe onbereikbaar hij is als hij aan het werk is. En thuis ook omdat zijn mobiel dan is weggestopt in een laatje. "Ze is gewoon praktisch die dochter van jou", zeg ik maar stiekem gloei ik een beetje van trots. Kinderachtig? Misschien.

Maar het bijzondere van stiefmoederschap is dat het schijnbaar doodnormale magisch mooi kan zijn.



zondag 28 mei 2017

Object of your attention

Nu ik mijn boek over stiefmoederen aan het schrijven ben, ontdek ik overal stiefmoeders. Het is bijna  net zoals toen ik zwanger was. De halve wereld leek toen te bestaan uit bolle buiken, kinderwagens en blozende baby's. Maar toen ik studeerde... nouja je begrijpt het. En nu kijk ik dus al een tijdje naar de wereld door mijn stiefmoeder-bril of beter ik-schrijf-een-boek-over-stiefmoederen-bril, want die eerste bril heb ik al jaren op maar had een minder sterke filter. Waarschijnlijk omdat ik gewoon druk was het te doen en er nu pas meer beschouwend mee bezig ben.

Mooi, vind ik het, hoe delen van de wereld zich aan je laten zien wanneer je er naar op zoek gaat. Als verborgen bloemen in een wilde tuin. Dus spreek ik op een feestje van vrienden een stiefmoeder, lees ik in het boek van Sonja Barend hoe zij de drie dochters van haar grote liefde in haar leven opnam en ontdek ik - wanneer ik me verdiep in het woord stiefmoeder - dat taalliefhebber Paulien Cornelisse er ook een is. Vriendin I. stuurt me de contactgegevens van een stiefmoeder die ik zeker een keer moet bellen en vriendin T. vraagt zich hardop af of ik haar - als niet samenwonend maar wel verliefd op man met kinderen - als ervaringsdeskundige zie. Ook op mijn werk heb ik gesprekken over stiefmoederschap én stiefdochterschap, de andere kant van de medaille.

Anders dan bij zwanger zijn, kun je een stiefmoeder niet herkennen aan de buitenkant. Hoewel, toen we met ons gezin op vakantie in Italië waren en ik tijdens een etentje aan iemand vertelde dat ik de stiefmoeder was van de meiden, kwam er een aha-blik op het gezicht van mijn gesprekspartner. "Dat verklaart waarom ze niet op je lijken." Schijnbaar had ze ons gezin gadegeslagen en mij  niet helemaal in het hokje kunnen passen. (Dat is overigens ook een van mijn heimelijke genoegens, andere gezelschappen bespieden en bedenken hoe ze aan elkaar verbonden zijn.) Aan de andere kant, ben ik talloze keren in winkels aangesproken als de moeder van de meiden. En pas nog vroeg een moeder op school - een beetje radeloos - hoe het nou toch zat toen ik middelste bij haar ophaalde: "Ben jij nou de moeder van E. of N." Ik moet me dan inhouden om niet de lolligste te zijn en nog meer verwarring te creëren.

Kortom, we kijken naar de wereld door een eigen bril. En er valt zoveel te ontdekken als je nieuwsgierig bent. The object of your attention is dichterbij en veelomvattender dan je had gedacht. Wonderschoon toch.




woensdag 3 mei 2017

You may say I'm a dreamer...

Het geheugen is een gek iets. Ik stel het me voor als een groot huis in mijn hoofd met ontelbare kamers. In sommige kamers kom ik regelmatig, in andere kamers dwarrelt het stof en er zijn ook vergeten en gesloten kamers. Sleutel zoek, helaas. Glurend door het sleutelgat, zie ik niets. Daarom houd ik van schrijven en van fotograferen. Het beantwoordt mijn verlangen om momenten in tijd vast te houden en te bewaren voor later. Voor als ik oud ben, dan ga ik eindeloos in dat grote huis verdwalen.

Nu ik een begin heb gemaakt met mijn boek over stiefmoederen, zit ik met mijn hoofd veel in het verleden. Hoe was het eigenlijk helemaal in het begin. Verliefd op een man die al vader was. En die eerste keer dat ik de meiden zag. Met middelste kan ik me nog haarscherp herinneren. Het festival, haar blonde korte krullen en hoe ze op mijn schoot bleef zitten, terwijl haar vader wat drinken ging halen. Oudste weet nog dat ze mij voor het eerst zag. Ik gluurde bij haar naar binnen, terwijl ze al in bed lag. Ze schrok zich wild, weet ze nog. Het duurde dan ook even voor ze me een handje wilde geven als we buiten liepen.

Volgens mijn moeder vond ik het best lastig soms. De slaapjes overdag die het ritme van de dag bepaalden, de rust en de regelmaat. Op zondag verlangde ik nog wel eens naar mijn driehoog-achter in de Willemsstraat. Daar vluchtte ik dan naartoe onder het mom dat er nog moest worden opgeruimd (uhu, zowel lief als ik wisten beter). Toch kan ik me niet herinneren dat ik heb getwijfeld of er niet mee door wilde gaan. Of kijk ik naar het verleden met een roze bril? Met de wetenschap dat ik niet alleen niet meer zonder zou willen maar het ook niet meer zou kunnen.

Lief herinnert zich de twijfels over het samenwonen. Dat ik maar bleef uitstellen en liever wilde latten. Tot ik zwanger werd en alles veranderde. Als dat niet was gebeurd, weet hij niet of we het hadden gered. Verontwaardigd over zijn blik op ons verleden, beweer ik het tegendeel. Ik heb altijd in ons geloofd en zeker met terugwerkende kracht en een bijna-decennium als bewijs.

Dagdromer, romanticus en optimist van nature. Dat zou zomaar mijn herinneringen een roze randje kunnen geven. Net zo subjectief en selectief als de herinneringen van lief. En net zo subjectief en selectief als ik elke dag naar het leven kijk. Bij voorkeur door een roze bril.

Maakt dat het minder waar? Zeker niet. Misschien is het mijn waar, maarja het wordt dan ook mijn boek.


Hier wonen mijn herinneringen, in Villa Kakelbont.

zondag 23 april 2017

Plons!

En daar zat ik. Voor de tweede keer bij Snor. Een plan op zak en wat vragen nog. In de fabriek dronken we koffie en praatte ik voor mijn gevoel honderduit. Tot het goed was. Meer dan goed. We spraken over een planning en een eerste oplage en er kwam zelfs tussen neus en lippen een tweede boek ter sprake. In mijn hoofd hoorde ik vriendin M. zeggen zakelijk te zijn. Maar ik kwispelde als een jong hondje en het puntje van mijn staart was duidelijk zichtbaar boven tafel. Hoe reageer je anders op iemand die in je droom gelooft. Zeker als diegene uitgever is, van mooie en vrolijke boeken bovendien.

Met een hand en een flinke portie vertrouwen stond ik weer buiten. Op het parkeerterrein bleef ik nog even in de auto zitten. Ik kneep mijn ogen dicht en daarna in mijn arm. "Ik ga een boek schrijven", fluisterde ik zachtjes. "Ik ga een boek schrijven en ik heb een uitgever die het wil uitbrengen." Mijn hart maakte een sprongetje terwijl ik de magische woorden in een berichtje naar vriendinnen stuurde. Een minuut later vulde mijn auto zich met hun stemmen. Terwijl ik de wijk uit navigeerde, belde ik lief. Kleine man pakte op en vroeg of mijn boek nu in de winkel kwam. Weer maakte mijn hart een sprongetje. Ik knikte en zweefde over de snelweg naar ze toe om het te vieren. Met kussen en taartjes.

Een boek dus. Over stiefmoederen. Een vrolijk verhaal want er is al zoveel zwaars. En een persoonlijk verhaal. Wanneer ik ga beginnen? Als ik weer met beide voeten op de grond sta. Hopelijk is dat snel. En dan PLONS! beginnen maar, zoals ik ooit begon met stiefmoederen.



Bron beeld: Ferran Tudela


woensdag 12 april 2017

Wondere wereld

Ik bel met mijn lief. Zoals bijna elke ochtend als we de kinderen naar school hebben gebracht en wij onderweg zijn naar werk. We hebben het over de stapel boeken op mijn nachtkastje. Sinds ik bezig ben met plannen voor een boek, verdiep ik me in de wondere wereld van stiefgezinnen. Een beetje dan. Want ik voel een lichte weerzin. In al die jaren dat ik stiefmoeder ben, las ik één boek over het onderwerp. Dat was een persoonlijk verhaal van een stiefmoeder dat alles behalve een feest der herkenning was. Ik vond het vervreemdend en vermoeiend. Over hoe lastig en hoe zwaar en hoe dit en hoe dat. De humor was ver te zoeken en halverwege kreeg ik met iedereen in het gezin medelijden, behalve met de hoofdpersoon zelf.

Nu waag ik me er toch aan en maak op Bol een lijstje. "De boeken zijn in twee hokjes in te delen", vertel ik mijn lief. "Het hokje zware kost en het hokje persoonlijk, wat ook meestal zware kost blijkt. Mijn hoofd zit nu vol met cijfers die ik niet per se had willen weten. Wist je dat slechts veertig procent de eerste vijf jaar van een stiefgezin overleeft? En dat het zeven jaar duurt voordat iedereen in een stiefgezin zijn of haar plek heeft gevonden? Lief en ik zijn er even stil van en grinniken dan. "Zeven maar?", zeggen we in koor.

"Wat denk je, heb ik ermee geworsteld?" Want worstelen is wel een thema, in beide hokjes. "Je worstelt nog steeds", is zijn subtiele antwoord. "Maar dat doe je met alles, dus dat zegt niet zoveel over je stiefmoederschap." Ik knik zwijgend naar de telefoon. Daarin heeft hij wel een beetje gelijk. "Ik lees dat stiefmoeders zich vooral één advies ter harte moeten nemen", vervolg ik ons gesprek. "En dat is: hou je op de achtergrond..." Nu zwijgt lief, heel even maar, voor hij een bulderende lach laat horen. "En over die eigenschap beschik je nou net niet!" Terwijl lief buldert, begint er bij mij ook een lach op te borrelen. Hij heeft gelijk. God, wat heeft hij gelijk.

"Toch hebben we die vijf én die zeven jaar maar mooi volgeworsteld", concludeer ik. "Precies", beaamt mijn lief. "Misschien zou die zestig procent zich ook eens wat minder op de achtergrond moeten houden."





zaterdag 18 maart 2017

Wat is jouw droom eigenlijk?

Wat is jouw droom eigenlijk? Ik sta in de Snorfabriek in Utrecht. Enthousiasteling K. stelt me deze vraag. Terwijl mijn hoofd hapert, geeft mijn hart onomwonden antwoord: "Een boek!" Schrijven dus. Over stiefmoederen, hoor ik mezelf zeggen. Voordat ik mijn flapperende uitgesproken wens terug kan stoppen in dat kamertje in mijn hart, krijgt hij pootjes. "Ik kan je wel voorstellen aan de uitgevers van Snor want ik vind dat je leuk schrijft." Terwijl ik er even stil van ben, zwaait K. me alweer gedag met de belofte mij te gaan voorstellen.

Een week later tik ik mijn droom op de mail. Een boek. Over stiefmoederen. Omdat ik er zelf eentje ben, alweer bijna 8 jaar. En om andere stiefmoeders een vrolijk duwtje in de rug te geven. Want hoewel stiefmoederen soms net moederen is, brengt het toch weer andere vragen en kwartjes met zich mee. Daar ben ik wel achter. Niet erg. Wel interessant.

Als stief - van twee liever dan lief en blonder dan blond meisjes - was ik er gewoon maar aan begonnen. Met de Beatles op zak - All You Need is Love toch zeker - gezond verstand en heel veel humor. Lang leve mijn Amsterdamse roots. Ik had er niet veel over gelezen, want ik vond de boeken meestal te persoonlijk of te zwaar. Waar was dat positieve geluid? Van de sprookjes moesten we het al niet hebben. En de cijfers voorspelden ook niet veel goeds. Ruim 60 procent van de samengestelde gezinnen zou het niet redden. Maar - knock on wood - ik heb een ander verhaal te vertellen...

En daar stond ik voor de 2e keer in de Snorfabriek. Met een koude neus maar warme koffie en een goed gesprek over hoe of wat. Met een stapel boeken naast me op de bijrijdersstoel reed ik ruim een uur later weer terug naar Amsterdam. Met een nieuwe afspraak in het vooruitzicht. Mijn droom flapperde ongeduldig tegen de voorruit. Aan de slag!